Luxemburg
KASTEEL VAN GOMERY
Het Kasteel van Gomery, gelegen in het gelijknamige dorp in het hart van de Gaume, is een van de oudste kastelen in de regio. Het is een belangrijke getuige van het lokale erfgoed en blijft nauw verbonden met de familie de Gerlache. Vandaag is het eigendom van Baron Bernard de Gerlache de Gomery, erevoorzitter van de Koninklijke Vereniging der Historische Woonsteden en Tuinen van België.
PRESENTATIE
De oorsprong van het kasteel gaat terug tot de tweede helft van de 12e eeuw, toen de eerste bouwwerken, waaronder de kapel, werden opgetrokken. Grote verbouwingen vonden plaats in het begin van de 17e eeuw, zoals blijkt uit de jaartallen 1601 en 1604, gegraveerd in de zuidelijke gevel en op een waterspuwer van de donjon. Oorspronkelijk had het kasteel een vierkante binnenplaats, omringd door vier hoektorens, waarvan er vandaag nog twee overeind staan. Het geheel werd omgeven door grachten, en de toegang verliep via een ophaalbrug, die de donjon met de bijgebouwen verbond.
Door de eeuwen heen onderging het kasteel diverse aanpassingen. In 1817 werd de zuidvleugel gesloopt, maar de noordvleugel, de donjon en de kapel zijn steeds onderhouden en gerestaureerd door de opeenvolgende generaties van de familie.
Sinds 1726 is het kasteel in handen van de familie de Gerlache, bekend door figuren zoals baron Etienne-Constantin de Gerlache, voorzitter van het Nationaal Congres in 1830, en baron Adrien de Gerlache de Gomery, die tussen 1897 en 1899 de Belgische Antarctische expeditie leidde aan boord van de Belgica. Zijn zoon, Gaston de Gerlache, nam in 1957-1959 de leiding over een nieuwe expeditie vanuit de Koning Boudewijnbasis.
LA BLANCHE MAISON
De Blanche Maison, eigendom van Gilles Pirlot de Corbion, is met zorg en passie gerestaureerd. Ooit vervallen, straalt ze nu opnieuw de charme van vroeger uit. Elke kamer is zorgvuldig ingericht met antieke meubels en voorwerpen om bezoekers onder te dompelen in het dagelijks leven en de tradities van weleer.
PRESENTATIE
Gebouwd in 1767, behoort de Blanche Maison tot de categorie van ‘boerderijen met een zelfstandige en comfortabele woning’, waarbij het woongedeelte duidelijk gescheiden is van de landbouwgebouwen.
De woning is opgebouwd volgens een symmetrisch plan, met een centrale gang die de ruimtes verdeelt. Links bevinden zich de keuken en de ‘kamer achter de haard’, waar het dagelijkse leven zich afspeelde. Rechts ligt de ‘mooie kamer’, rijker ingericht en bedoeld om het sociale aanzien van de familie te tonen.
Ook het meubilair weerspiegelt de achttiende-eeuwse zoektocht naar comfort en verfijning. De Ardense meubels uit deze periode, vaak sierlijk gesculpteerd, getuigen van het vakmanschap van de lokale schrijnwerkers. Veel van deze stukken zijn bijzonder, omdat de naam van de ambachtsman die ze vervaardigde bekend is.